Terug naar overzicht

“De transitie naar digitale autonomie speelt op Europees, nationaal, regionaal en organisatieniveau”

SIDN fonds breakout-sessie op Dag vd Digitalisering over de transitie naar digitale autonomie

  • 29 september 2025

Op de Dag vd Digitalisering spraken drie experts - afkomstig uit het bedrijfsleven, de wetenschap en de overheid - met elkaar over de transitie naar digitale autonomie, onder leiding van directeur Valerie Frissen van SIDN fonds.

Sessie SIDN fonds - Dag van de Digitalisering - transitie naar digitale autonomie - Valerie Frissen gespreksleider

Ruim tachtig procent van de Europese digitale infrastructuur en technologie komt van buiten de EU. Dit leidt tot steeds grotere zorgen over verlies aan grip op de digitale infrastructuur. Digitale soevereiniteit staat dan ook prominent op de agenda.

Op de Dag vd Digitalisering gingen drie experts - afkomstig uit het bedrijfsleven, de wetenschap en de overheid – over dit thema met elkaar in gesprek onder leiding van directeur Valerie Frissen van SIDN fonds.

Valerie Frissen - header

Europees, nationaal, regionaal en organisatieniveau

De timing om het vraagstuk over digitale soevereiniteit en autonomie te behandelen, is voor iedereen wel duidelijk, zegt gespreksleider Frissen van de breakout-sessie 'De transitie naar digitale autonomie'.

Bij dit onderwerp wordt veel naar Europa gewezen, aldus Frissen: "Maar digitale autonomie is iets wat we op Europees, nationaal, regionaal en organisatieniveau moeten gaan doen." Vooralsnog wordt daar met name veel over gepraat, constateert Frissen. "Daarom hebben we drie experts uitgenodigd. Die staan voor partijen die niet lullen, maar poetsen."

Alternatieven

Eén van die experts is Wladimir Mufty, programmamanager Digitale Soevereiniteit bij SURF. Digitale soevereiniteit is daar een belangrijk thema geworden. "We zijn bij SURF aan de slag gegaan met Office en Teams. Dat is goed presterende software waarmee we het land draaiende houden. Maar als je kijkt naar weerbaarheid en afhankelijkheid, dan laat dat wat te wensen over. Want wat als het niet werkt? Wat doe je dan? Daar moet je mee aan de slag."

SURF zocht daarom naar alternatieven voor grote diensten. En die zijn er. Voor YouTube is er PeerTube, voor Twitter is er Mastodon en voor Photoshop is er EduPix, om er maar een paar te noemen. Toch gaat SURF niet zomaar helemaal over op die alternatieven. Zij zien ze vooral als aanvulling op wat er al was. "Wij zijn ook met partijen als Microsoft in gesprek. Het gaat ons niet om open source versus hybride, of om commercieel of niet-commercieel. Het gaat ons om zeggenschap en invloed hebben."

Mythes rondom overstappen

Alternatieven zijn er dus wel. Maar er zijn aardig wat mythes ontstaan rondom overstappen op zo'n alternatief, merkt Diana Krieger op. Zij is medeoprichter en CEO van e-maildienst Soverin, een alternatief voor bijvoorbeeld Gmail en Outlook. De dienst stelt privacy voorop en is volgens Krieger interoperabel en schaalbaar. En de servers staan in Nederland.

Maar overstappen vinden velen maar ingewikkeld en moeilijk. "Dat is een stukje gemak en angst. Deels terecht, want als je naar iets nieuws gaat, is dat altijd weer even wennen", beaamt Krieger. "Maar doordat wij op open standaarden opereren, zijn er heel veel migratietools en is er veel ondersteuning. Zo'n uitdaging is het daardoor niet. Het is vooral zaak om te starten en om dingen uit te proberen."

Een andere mythe is: het is al te laat, overstappen heeft geen zin meer. "Daar geloven wij niet in. Al doe je dit niet voor jezelf, dan doe je het wel voor de volgende generatie. Nieuwe wetgeving en nieuwe partijen bieden momentum en richting om daarover na te denken."

Nog een veelgehoord argument om niet over te stappen: de alternatieven zijn niet goed genoeg. "Soms moet je een alternatief een kans geven", vindt Mufty. "Doe je dat niet, dan zal het ook nooit goed genoeg worden. Het is een catch-22."

Altijd een exit-strategie

Ook bij de gemeente Amsterdam is digitale soevereiniteit een belangrijk onderwerp geworden, vertelt CTO Ger Baron. De laatste jaren is software bij de gemeente steeds meer gecentraliseerd geraakt. "Je krijgt allemaal softwarepakketjes die onderdeel zijn van een groter pakket. Je had je e-mail ergens staan, maar dat zat opeens ook in je Microsoft-pakket. Hetzelfde met Jira. Je ziet dat er steeds minder Nederlandse onderdelen in software zitten."

Tegenwoordig ligt er in Amsterdam veel meer focus op veiligheid en autonomie. IT wordt zelfs wekelijks in de gemeenteraad besproken, met daarbij ook de vraag: hoe voorkom je dat je afhankelijk wordt van het buitenland of van één leverancier? De huidige manier van werken, waarin steeds meer wordt gecentraliseerd, blijkt niet per se de handigste. "Als je echt autonoom wilt worden, moet je met meer kleine, gedecentraliseerde partijen werken", vindt Baron.

De gemeente Amsterdam heeft daarom besloten actie te ondernemen en meer in te zetten op soevereiniteit. Maar zomaar overstappen is nog ingewikkeld. "Vijf jaar geleden zijn we massaal overgestapt op Azure. Daar zijn we ook niet ontevreden over. Maar we kunnen niet zomaar wisselen. Wel van serviceprovider, maar niet van platform", zegt Baron. "Dat doen we nu anders. Sinds een jaar willen we bij alle aanbestedingen een exit-strategie hebben. Als die er niet is, gaan we niet met ze in zee. We willen er altijd weer vanaf kunnen."

Aan de slag

Alle experts zijn het over één ding eens: er moeten stappen gezet worden. In heel Nederland. Krieger: "Je hoeft niet in één keer helemaal over. Maar je moet wel in beweging komen. We moeten met elkaar investeren in Europese alternatieven, ook zodat ze beter worden. Doen we dat niet, dan wordt het een self-fulfilling prophecy."

In Amsterdam ligt nu een concreet doel op tafel. Over tien tot vijftien jaar moet 70 procent van de software niet meer van big tech komen, maar van lokale bewegingen. "Dat betekent wel iets van onze kennis en kunde. We waren meer een regie-organisatie geworden. We moeten nu dus andere mensen inhuren en andere competenties ontwikkelen. Zo gemakkelijk is het niet", zegt Baron.

"Maar eind november hebben we ons actieplan klaar. We willen in de komende vijf jaar over naar een private cloud-omgeving in Nederland. We gaan onze SaaS-systemen een voor een anders aanbesteden. Want in één keer als een big bang over, dat schiet niet op. Maar je moet wel beginnen. Helemaal niet beginnen is onzin."